Een verplicht nummertje; een persoonlijk spreekuurcontact met de verzekeringsarts. Althans, sinds de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 23 juni 2021 is de hoofdregel dat als de medische grondslag van een besluit gemotiveerd) wordt betwist, dat er in beginsel ofwel in bezwaar ofwel in de herbeoordelingsfase in bezwaar een spreekuurcontact met een (geregistreerde) verzekeringsarts moet plaatsvinden, tenzij... (lees: https://maok.nl/juridisch/spreekuurcontact-verzekeringsarts).
Geldt hetzelfde uitgangspunt dan voor een situatie waarin de bedrijfsarts en verzekeringsarts een verschillende mening hebben over de belastbaarheid van de werknemer in het kader van de RIV-toets? Moet dan in het kader van de zorgvuldige besluitvorming ook een spreekuurcontact met de verzekeringsarts plaatsvinden?
Nee, aldus de Raad (21 juni 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1138).
"(...)
De beroepsgrond, dat in deze zaak – zonder motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep – kon worden afgezien van een spreekuurcontact in bezwaar, slaagt. De Raad heeft in de uitspraak van 16 december 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:2717, geoordeeld dat van een verzekeringsgeneeskundige beoordeling van het re-integratieverslag in het kader van het opleggen van een loonsanctie, anders dan het geval is bij verzekeringsgeneeskundige beoordelingen in het kader van een op grond van de Wet WIA verrichte schatting, niet kan worden gezegd dat deze niet voldoet aan de daaraan te stellen kwaliteitseisen om de enkele reden dat het onderzoek is verricht door een verzekeringsarts in opleiding. Dit geldt evenzeer in deze zaak, waarin een verzekeringsarts in opleiding van het Uwv de werknemer op een spreekuur heeft gezien en vervolgens een rapport heeft opgesteld dat is voorzien van een digitaal contraseign van een geregistreerde verzekeringsarts. De omstandigheid dat de arts een FML heeft opgesteld in verband met zijn van de bedrijfsarts afwijkend oordeel over de belastbaarheid van de werknemer, maakt dit niet anders, omdat het nog steeds gaat om een beoordeling van de re-integratie-inspanningen van de werkgever en niet om een claimbeoordeling op grond van het Schattingsbesluit. De rechtbank heeft dit niet onderkend. De Raad zal onderzoeken welke gevolgen dit heeft voor het inleidende beroep van [Appellante B.V.] door de niet door de rechtbank besproken gronden die [Appellante B.V.] in beroep heeft aangevoerd te bespreken.
(...)"
Een RIV-beoordeling (toets van de re-integratie inspanningen van de werkgever), is een andere beoordeling dan de WIA-claimbeoordeling aldus de Raad. Daarom gaat het standpunt van de werkgever, dat ook bij de RIV-toets sprake moet zijn van een spreekuurcontact met een (geregistreerde) verzekeringsarts, niet op. Het feit dat de verzekeringsarts in het kader van de RIV-toets een FML heeft opgesteld in verband met een afwijkend oordeel van de begeleidende bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer, maakt dit volgens de Raad niet anders. Het gaat namelijk in alle gevallen om een andere beoordeling dan de WIA-claimbeoordeling.
Ook de beroepsgrond van de werkgever dat de verzekeringsarts van het UWV verplicht contact had moeten opnemen met de nieuwe, opvolgende, bedrijfsarts van de werkgever, is volgens de Raad niet aan de orde. Als sprake is van wisseling van een arbodienst, dan moet de arbodienst zorgen voor een goede overdracht en dus ook een goede inhoudelijke beoordeling van de belastbaarheid van een zieke werknemer.
Tot slot: in deze zaak kreeg de werkgever een loonsanctie opgelegd, omdat de bedrijfsarts(en) van de werkgever de belastbaarheid van de zieke werknemer hadden onderschat ('marginale belastbaarheid'). Als gevolg daarvan heeft de werkgever - volgens de Raad ten onrechte - geen re-integratie inspanningen verricht en is een loonsanctie opgelegd. Wees als werkgever daarom altijd extra alert als de bedrijfsarts aangeeft dat sprake is van marginale re-integratiemogelijkheden!